Home

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

Geldig van 1 oktober 1997 tot 19 december 1997
Geldig van 1 oktober 1997 tot 19 december 1997

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-10-1997 tot 19-12-1997]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2020]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 25 mei 1983, nr. AB83/U577, Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken, Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;

Gelet op artikel 125, eerste lid van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530);

De Raad van State gehoord (advies van 3 augustus 1983, nr. W04.83.0323(11.3.30);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 21 oktober 1983, nr. AB83/1452, Directoraat-Generaal voor Overheidspersoneelsbeleid, Directie Overheidspersoneelszaken, Hoofdafdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

Ambtenaar in de zin van dit besluit is hij, die in burgerlijke rijksdienst is aangesteld om tegen bezoldiging arbeid te verrichten.

2.

Dit besluit is niet van toepassing op de ambtenaar, wiens bezoldiging is geregeld

  1. bij de wet;

  2. bij een algemene maatregel van bestuur tot regeling van de bezoldiging van

    1. 1°.

      de ambtenaren van de buitenlandse dienst;

    2. 2°.

      de politie;

    3. 3°.

      het personeel van de universiteiten en hogescholen, de academische ziekenhuizen, de interuniversitaire instituten en de organen voor postacademisch onderwijs;

    4. 4°.

      het personeel bij het voortgezet onderwijs;

    5. 5°.

      het personeel bij het basisonderwijs en bij het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs;

    6. 6°.

      leden van het korps van deskundigen voor de technische hulp aan ontwikkelingslanden;

    7. 7°.

      leden van raden, besturen en commissies;

  3. krachtens artikel 15 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of een daarmee overeenkomende bepaling van gelijke strekking.

3.

Wij behouden Ons voor op de gemeenschappelijke voordracht van Onze Minister, hoofd van het desbetreffende departement van algemeen bestuur en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, andere dan in het vorige lid bedoelde ambtenaren of groepen van ambtenaren uit te zonderen van de toepassing van dit besluit.

Artikel 2

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. salaris: het bedrag, dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de ambtenaar is vastgesteld aan de hand van een der bijlagen van dit besluit;

  2. salaris per uur: 1/156 deel van het salaris bij een volledige werktijd;

  3. salarisschaal: een als zodanig in de bijlage B van dit besluit vermelde reeks van genummerde salarissen;

  4. salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal, dat in een salarisschaal voor een salaris is vermeld;

  5. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal, waarvan het salarisnummer uitsluitend uit een getal bestaat;

  6. bezoldiging: de som van het salaris en de toelagen, waarop de ambtenaar ingevolge artikel 12b, tweede lid, en Hoofdstuk III van dit besluit aanspraak heeft;

  7. volledige werktijd: een werktijd welke gemiddeld zesendertig werkuren per week omvat;

  8. functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen.

Artikel 3

Hoofdstuk II. Bepalingen betreffende het salaris

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9 [Vervallen per 01-01-1989]

Artikel 10 [Vervallen per 01-01-1989]

Artikel 11

Artikel 12

Hoofdstuk IIA

Artikel 12a

Artikel 12b

Hoofdstuk III. Bepalingen betreffende toelagen

Artikel 13 [Vervallen per 01-01-1989]

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-06-1985]

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 17b

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 18b

Artikel 19

Artikel 20

Hoofdstuk IIIA. Bepalingen betreffende de eindejaarsuitkering

Artikel 20a

Hoofdstuk IV. Bepalingen betreffende de vakantie-uitkering

Artikel 21

Artikel 22

Hoofdstuk IVA. Bepalingen betreffende een uitkering om redenen van werving of behoud

Artikel 22a

Hoofdstuk V. Bepalingen betreffende vergoedingen voor extra diensten

Artikel 23

Hoofdstuk VI. Bepalingen betreffende het bevoegde gezag

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk VII. Slotbepalingen

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Bijlage A. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende een aantal ambten en het daaraan verbonden salaris (maandbedragen in guldens)

Bijlage B. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

Bijlage C