Home

Wet bodemmaterialen Noordzee

Geldig van 1 september 1976 tot 1 januari 1997
Geldig van 1 september 1976 tot 1 januari 1997

Wet bodemmaterialen Noordzee

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-09-1976 tot 01-01-1997]
[Regeling ingetrokken per 01-01-1997]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is wettelijke regelen te stellen omtrent het onderzoek naar en de winning van bodemmaterialen op of in het onder de Noordzee gelegen deel van het continentaal plat, waarop het Koninkrijk soevereine rechten heeft;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 [Nog niet in werking]

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

zeebodem: de bodem en de ondergrond daarvan van het gedeelte van de Noordzee waarvan de grenzen samenvallen met die van het deel van het continentaal plat, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 29 april 1958 te Genève gesloten Verdrag inzake het continentale plateau (Trb. 1959, 126) soevereine rechten heeft;

bodemmaterialen: op de zeebodem of onmiddellijk onder de oppervlakte daarvan aanwezige schelpen, grind, zand en klei;

winning: het blijvend aan de zeebodem onttrekken of doen onttrekken van bodemmaterialen;

Onze Minister: Onze Minister van Financiën.

Artikel 2 [Nog niet in werking]

1.

Het is verboden zonder een door of namens Onze Minister na overleg met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken verleende vergunning anders dan met handkracht in of op de zeebodem onderzoekingen te verrichten naar bodemmaterialen of deze te winnen.

2.

De verlening of weigering van een vergunning tot winning van bodemmaterialen, landwaarts van een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen lijn, geschiedt door of namens Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 3 [Nog niet in werking]

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor daarbij aangewezen delen van de zeebodem geen vergunningen worden verleend.

Artikel 4 [Nog niet in werking]

Artikel 5 [Nog niet in werking]

Artikel 6 [Nog niet in werking]

Artikel 7 [Nog niet in werking]

Artikel 8 [Nog niet in werking]

Artikel 9 [Nog niet in werking]

Artikel 10 [Nog niet in werking]

Artikel 11 [Nog niet in werking]

Artikel 12 [Nog niet in werking]

Artikel 13 [Nog niet in werking]

Artikel 14 [Nog niet in werking]

Artikel 15 [Nog niet in werking]

Artikel 16 [Nog niet in werking]

Artikel 17 [Vervallen per 01-09-1976]

Artikel 18 [Nog niet in werking]

Artikel 19 [Nog niet in werking]

Artikel 20 [Nog niet in werking]

Artikel 21 [Nog niet in werking]

Artikel 22 [Nog niet in werking]

Artikel 23 [Nog niet in werking]

Artikel 24 [Nog niet in werking]