Home

Uitvoeringswet EEG-Executieverdrag

Geldig van 1 januari 2002 tot 1 februari 2006
Geldig van 1 januari 2002 tot 1 februari 2006

Uitvoeringswet EEG-Executieverdrag

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2002 tot 01-02-2006]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is om voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 27 september 1968 te Brussel tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap tot stand gekomen Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocol.

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt onder "het verdrag" verstaan, het op 27 september 1968 te Brussel tussen de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap gesloten Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocol (Trb. 1969, 101).

Artikel 2

1.

Ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging bedoeld in artikel 31 van het verdrag, zijn de artikelen 985-991 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing.

2.

Het in het eerste lid bedoelde verlof wordt gevraagd bij verzoekschrift, dat in de Nederlandse taal is gesteld. Het wordt ter griffie ingediend door een procureur en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank. Het verzoekschrift wordt behandeld en beslist door de voorzieningenrechter van de rechtbank.

3.

Onverminderd het bepaalde bij artikel 48, eerste lid, van het verdrag wordt bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.

4.

In afwijking van het gestelde in de tweede zin van het tweede lid is de bijstand van een procureur niet vereist indien het bedrag dat de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd moet voldoen in hoofdsom niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 93 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Is het eerstbedoelde bedrag uitgedrukt in een buitenlandse munteenheid, dan moet het worden omgerekend tegen de koers van de dag van de indiening van het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging.

Artikel 3

1.

Inwilliging van het verzoek geschiedt in de vorm van een eenvoudig verlof, dat op de overgelegde expeditie van de ten uitvoer te leggen beslissing wordt gesteld.

2.

De voorzieningenrechter van de rechtbank veroordeelt de schuldenaar in de kosten welke op de afgifte van het verlof zijn gevallen.

3.

Weigering van het verlof tot tenuitvoerlegging geschiedt bij een met redenen omklede beslissing.

4.

De kennisgeving aan de verzoeker van de op het verzoek gegeven beslissing geschiedt bij brief.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9 [Vervallen per 01-01-1992]

Artikel 10

Artikel 11