Home

Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen

Geldig vanaf 1 januari 2002
Geldig vanaf 1 januari 2002

Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2002]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat openbare verkopingen ook na intrekking van artikel 103 van de Registratiewet 1917 ten overstaan van notarissen of deurwaarders zullen plaatsvinden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het is verboden openbare verkopingen bij opbod, bij opbod en afslag of bij afslag van roerende zaken, met uitzondering van zaken, toebehorende aan of beheerd door de Staat, provincies, gemeenten, waterschappen, veenschappen, veenpolders of andere lichamen aan wie krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, te houden, anders dan ten overstaan van notarissen of van deurwaarders bij de rechterlijke colleges.

Artikel 2

1.

De bepaling van artikel 1 is niet van toepassing op verkopingen, welke gedurende ten minste zes weken van het jaar ten minste eenmaal per week in hetzelfde gebouw of op het zelfde terrein plaats hebben en waarbij uitsluitend voortbrengselen van een zelfde tak van bedrijf worden verkocht alsmede op verkopingen van te velde staande gewassen en op verkopingen door de strandvonder, bedoeld in de artikelen 14 en 17 van de Wet op de strandvonderij.

2.

Onze Minister van Justitie kan bepalen, dat de bepaling van artikel 1 niet van toepassing is op de door hem aan te wijzen openbare verkopingen bij afslag.

Artikel 3

[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 4