Inkwartieringswet
Inkwartieringswet
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is nieuwe regelen te stellen ter uitvoering van artikel 194 der Grondwet, alsmede regelen te stellen ter voorziening in de behoeften aan inkwartiering, onderhoud, transporten en leverantiën van de strijdkrachten van de met het Koninkrijk verbonden mogenheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Defensie;
militairen: de leden van de zee-, land- en luchtstrijdkrachten van het Koninkrijk, alsmede van die der met het Koninkrijk verbonden mogendheden voor zover zij zich te eniger tijd op het grondgebied van Nederland bevinden of last ontvangen hebben zich op weg daarheen te begeven;
legers: de zee-, land- en luchtstrijdkrachten van het Koninkrijk, alsmede die der met het Koninkrijk verbonden mogendheden voor zover zij zich te eniger tijd op het grondgebied van Nederland bevinden of last ontvangen hebben zich op weg daarheen te begeven;
inwoners: zowel de natuurlijke personen en de rechtspersonen, welke in de gemeente gevestigd zijn, als die, welke buiten die gemeente gevestigd zijn doch in die gemeente de beschikking over of het gebruik van goederen hebben, ten aanzien waarvan een vordering krachtens deze wet kan plaats hebben.
Artikel 2
In deze wet worden onder militairen mede verstaan:
zij die blijkens regeling van Onze Minister uit de aard van hun betrekking moeten geacht worden bij de legers te behoren;
zij die zich op weg bevinden teneinde zich voor de werkelijke dienst aan te melden;
zij die zich op weg bevinden teneinde een onderzoek te ondergaan naar hun geschiktheid voor de militaire dienst, dan wel ter plaatse van het onderzoek moeten overnachten;
zij die zich op weg bevinden teneinde militaire goederen in ontvangst te nemen, in te leveren of te doen onderzoeken;
zij die na afloop van de onder b, c of d genoemde verrichtingen huiswaarts keren.