Home

Besluit Buitengewone Rechtspleging

Geldig van 19 november 2003 tot 1 december 2016
Geldig van 19 november 2003 tot 1 december 2016

Besluit Buitengewone Rechtspleging

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-11-2003 tot 01-12-2016]

Aanhef

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Ministers voor Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk, van Algemeene Zaken, van Buitenlandsche Zaken, van Justitie, van Binnenlandsche Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Financiën, van Oorlog, van Marine, van Waterstaat, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, van Landbouw en Visscherij, van Sociale Zaken, van Koloniën en van Onze Ministers zonder Portefeuille van 10 December 1943, N°. 2724/G. 92 (a);

Overwegende, dat de veiligheid van den Staat het dringend noodzakelijk maakt bijzondere bepalingen vast te stellen betreffende de wijze van rechtspleging in zaken, waarvan de kennisneming aan de ingevolge het Besluit op de Bijzondere Gerechtshoven in te stellen gerechten behoort;

Den Buitengewonen Raad van Advies gehoord;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Inleiding

Artikel 1

Ten aanzien van de rechtspleging in zaken, waarvan krachtens het Besluit op de Bijzondere Gerechtshoven de kennisneming aan de dienvolgens in te stellen gerechten behoort, zijn - behoudens de afwijkingen, bij dit besluit voorzien - de bepalingen, vervat in het Eerste Boek, den Eersten tot en met den Zesden Titel van het Tweede Boek, den Eersten en den Derden tot en met den Achtsten Titel van het Derde Boek , den Tweeden tot en met den Vijfden Titel van het Vierde Boek en het Vijfde Boek van het Wetboek van Strafvordering, alsmede de tot uitvoering daarvan gestelde voorschriften van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat

  1. 1°.

    hetgeen daarin omtrent de rechtbank, derzelver voorzitter, de rechters, den rechter-commissaris, den officier van justitie en den griffier bij de rechtbank is bepaald, ten deze geldt voor het Bijzondere Gerechtshof, deszelfs voorzitter en leden, den raadsheer-commissaris, den procureur-fiscaal en den griffier bij dat Hof;

  2. 2°.

    hetgeen daarin omtrent den Hoogen Raad, deszelfs voorzitter en leden, den procureur-generaal en den griffier van de Hoge Raad is bepaald, ten deze geldt voor den Bijzonderen Raad van Cassatie, deszelfs voorzitter en leden, den procureur-fiscaal en den griffier bij dien Bijzonderen Raad;

  3. 3°.

    hetgeen daarin met betrekking tot de kantonrechter van de rechtbank of het gerechtshof en de leden der rechterlijke macht bij een dezer gerechten is bepaald, ten deze buiten toepassing blijft, voor zoover uit eenige bepaling van dit besluit niet het tegendeel volgt.

Artikel 2

1.

Waar in dit besluit naar een of meer bepalingen van het Wetboek van Strafvordering bijzonderlijk wordt verwezen, heeft die verwijzing betrekking op de desbetreffende bepaling of bepalingen, gelezen met inachtneming van het in het voorgaande artikel onder 1°., 2°. en 3°. gestelde.

2.

In alle gevallen, waarin bij een toepasselijk verklaarde bepaling van het Wetboek van Strafvordering wordt verwezen naar een andere bepaling van dat Wetboek, waarvan bij dit besluit wordt afgeweken, zal op die afwijking mede acht worden geslagen bij de toepassing der verwijzende bepaling.

Eerste Hoofdstuk Algemeene bepalingen

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Tweede Hoofdstuk Rechtspleging in eersten aanleg

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 31a

Artikel 31b

Artikel 32

Artikel 32a

Artikel 32b

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 34a

Artikel 35

Derde Hoofdstuk Rechtsmiddelen

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 37a

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 39a

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 42a

Vierde Hoofdstuk Eenige rechtsplegingen van bijzonderen aard

Artikel 43

Artikel 44

Vijfde Hoofdstuk Vereenvoudigde Gerechtelijke Afdoening

Artikel 44a

Artikel 44b

Artikel 44c

Artikel 44d

Artikel 44e

Artikel 44f

Artikel 44g

Artikel 44h

Artikel 44i

Artikel 44j

Zesde Hoofdstuk Tenuitvoerlegging en kosten

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Slotbepaling

Artikel 50