Bodemproductiewet 1939
Bodemproductiewet 1939
Opschrift
Aanhef
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regelen te stellen met betrekking tot de bodemproductie in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Deze wet verstaat onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
"bodemproductie": elke handeling, welke een onderdeel uitmaakt of kan uitmaken van den akkerbouw, den weidebouw, den tuinbouw, de ooftteelt, de veeteelt, de pluimveeteelt, de houtteelt en den boschbouw.
Artikel 2 [Nog niet in werking]
Artikel 3 [Nog niet in werking]
[Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]
Bij of krachtens algemeenen maatregel van bestuur kunnen algemeene en bijzondere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de bodemproductie en de bestemming van den bodem.